Noor Mertens: Waar richt je je binnen je werk op?
Alexandra Hunts: De projecten waar ik nu mee bezig ben, gaan over menselijke conventies. Over afspraken die we hebben gemaakt over tijd, lengte, afstand en gewicht, over hoe we iets meten. Die afspraken zijn niet natuurlijk, ze zijn bedacht om de chaos te beteugelen. In mijn werk bestudeer ik die conventies. Zo heb ik een project gedaan met een glas water waarbij het proces van het verdampen van water wordt getoond, van het hele glas naar het lege glas. Elke foto is een dag. Je ziet een glas terwijl de tijd verloopt. De gedachte van tijd is abstract, je kan het alleen maar waarnemen door een object te observeren dat in de loop van de tijd verandert. De klok zegt niets: drie uur morgen of drie uur nu is op de klok precies hetzelfde. Terwijl het wel een andere dag is.
Ik ben ook geïnteresseerd in de kalender, het systeem dat we bedacht hebben om de tijd in te delen. In ons systeem heeft een jaar 365 dagen, terwijl het één keer per vier jaar 366 dagen zijn. Ik ben geïnteresseerd in waar het systeem misschien niet klopt, of een beetje onzinnig is. Daarnaast richt ik me op de manier waarop massa wordt verbeeld. Massa is nog steeds een artificieel door de mens gemaakt object. Het hele concept van massa is vervat in één object en dat is een prototype kilogram. Massa lijkt een abstract gegeven maar is feitelijk een ‘ding’. Het klopt eigenlijk niet, juist door zijn ‘dingheid’ is het niet helemaal stabiel. Het eigenlijke object wordt namelijk steeds lichter, door schoonmaken enzovoorts. Die kilogram is geen kilogram meer.
Noor Mertens: Hoe bepaal je wat je wel en niet laat zien?
Alexandra Hunts: Ik vind het niet bezwaarlijk om prijs te geven hoe iets is gemaakt, het spel wat echt is en wat niet speel ik binnen mijn fotografie vaker. Een foto is in wezen een kopie van iets, ook dat is een terugkerend gegeven in mijn werk. Zo heb ik gewerkt met fossielen, waarbij ik de vraag stelde of een fossiel een afdruk is van de realiteit of een opzichzelfstaand ding. Fossielen zijn een metafoor voor dit gegeven. Fossielen zijn eigenlijk afdrukken van een object maar we beschouwen ze als artefacten. Ik maakte mijn eigen fossielen waarbij er op het oppervlak afdrukken van mijn vingers te zien waren. Maar ondanks dat het in feite kopieën zijn, werden het echte objecten. Juist door de vingerafdrukken werd elke nagemaakte fossiel uniek. Van deze fossielen heb ik foto’s gemaakt waarbij de vingerafdrukken goed zichtbaar zijn. Door er een foto van te maken, volgde een nieuwe omkering van kopie en origineel.
Fragment uit Prospects & Concepts 2016, een uitgave van het Mondriaan Fonds. Interview: Noor Mertens.
Alexandra Hunts (1990, Lviv, Oekraïne) woont en werkt in Amsterdam.