Ana Oosting (1985) kijkt naar de wereld door een bril met twee verschillende glazen. Door het ene glas kijkt ze als kunstenaar, door het andere als bioloog. In haar visie zijn die perspectieven intiem verstrengeld. Ze vindt inspiratie voor haar kunstpraktijk in ontmoetingen met onzichtbare biologische processen of entiteiten en ze nodigt kijkers uit om de wereld te ervaren vanuit een niet-menselijk perspectief.
Zo komt de gevouwen, 25 meter lange vorm die Oosting voor de gang bij Prospects maakte voort uit een onderzoek dat ze aan de TU Delft deed naar de ecosystemen van oceanen. Het leven is ooit ontstaan in de oceanen, en daaraan liggen vouwen ten grondslag: door zich te vouwen vormen aminozuren eiwitten, de motoren van leven. De kracht van een vouw is enorm, door het herhalen van een vouw kan een stuk papier op een totaal nieuwe manier bewegen. Biotechnologisch onderzoek ligt dus aan de grondslag van deze sculptuur. Maar ook artistiek onderzoek: hoe gedraagt een materiaal zich als het vouwt, welk mechanisme hoort daar bij, en hoe kun je dat vertalen naar een kinetische sculptuur?
Met dit werk bouwt Oosting voort op de installatie waarmee ze in 2019 afstudeerde aan de master ArtScience van de KABK in Den Haag. Daarvoor vergrootte ze de vorm van een borstelwormpje, een minuscuul zeediertje, uit tot een zes meter lange gevouwen sculptuur waar je als bezoeker helemaal onder bedolven werd. Haar nieuwe werk verwijst niet naar een bestaand levend organisme, hier gaat het om de intrinsieke eigenschappen van de vouw.
Tekst: Sara van Binsbergen