Voordat Angelica Falkeling (1988) studeerde aan de kunstacademie (in Zweden en Palestina gevolgd door een Master aan het Piet Zwart Instituut in Rotterdam) volgde ze een opleiding als naaister. Textiel en handwerk speelt in haar werk nog steeds een belangrijke rol. Ze onderzoekt kleding in relatie tot cultuur en politiek, en bekijkt het vanuit een queer en feministisch perspectief. Daarvoor werkt ze overigens niet alleen met textiel; ze maakt ook tekeningen, foto’s, video’s, performances en teksten, vaak met een tragikomische ondertoon.
Daarnaast is handwerk voor Falkeling een belangrijk fenomeen. Breien, haken, naaien, borduren… Ze verenigen volgens haar achtergronden en geschiedenissen van zeer uiteenlopende groepen vrouwen. Maar het is voor Falkeling ook een mooi voorbeeld van kennisoverdracht van generatie op generatie. Veel van de technieken die ze gebruikt, leerde ze van oudere vrouwen. In die zin is haar werk zelf vaak een verslag van een samenwerking waarin kennis en technieken worden doorgegeven. Tegelijkertijd is het maken er van een sociale gebeurtenis waarin gesprekken over politiek, familieleven en het laatste nieuws een belangrijke rol kunnen spelen. Gift Economy (2019) refereert aan een 13e-eeuws Noors gedicht waarin cadeaus – of beter gezegd giften – en vriendschap bij elkaar horen. Een ‘voor wat hoort wat’ economie waarop je een gemeenschap kan baseren. De tent, gemaakt van verschillende lappen – gerecyclede – stof, is een suggestie van een plek waar de uitwisseling kan plaatsvinden. Maar wat gebeurt er, vraagt Falkeling zich af, als die giften niet het beoogde effect hebben? Als ze giftig zijn?
Tekst: Esther Darley