Roesten, schiften, verdampen en corroderen, het is slechts een greep uit de beeldbepalende chemische processen waar Charlotte Koenen (1992) mee werkt. Door verschillende stoffen op elkaar te laten reageren en daarbij gebruik te maken van de natuurwetten zet ze processen in gang waarvan ze de uitkomst nooit helemaal kan overzien en waarin volledige transformatie van de elementen onvermijdelijk is. In die transformatie of ontbinding toont zich volgens Koenen uiteindelijk de ware structuur van het materiaal.
Koenen: “De kern van mijn praktijk bestaat uit experimenteren, het begrijpen van materie en van de wijze waarop vormen ontstaan. Ik ben in mijn werk op zoek naar de verhouding tussen tastbaar en onaantastbaar en de manier waarop zij elkaar beïnvloeden.” De relatie met de ruimte is daarbij eveneens van belang. Damp en geur zijn bijvoorbeeld van invloed op de lucht, de onzichtbare massa die de ruimte vult.
Om de processen te regisseren schept ze verschillende kaders. Zo bouwde ze speciale containers waarin ze het verloop en de beweging van verschillende vloeistoffen kan volgen en die haar vat laat krijgen op de relaties tussen massa en oppervlak. Andere keren experimenteerde ze met kaders door vloeistoffen te laten stollen, bijvoorbeeld door het bindmiddel agar agar toe te voegen aan een liter Fristi, wat de roze inhoud zonder verpakking deed stollen. Deze transformatie continueerde doordat de toestromende fruitvliegjes een verdere ontbinding inzetten. Zo is het proces bij Koenen even belangrijk als het altijd onvoorspelbare en telkens veranderlijke beeld.
Tekst: Esther Darley