Een knalgele stortkoker, een groen steigerdoek of een rood-wit verkeersbord. Het zijn heldere kleurvlakken in de openbare ruimte die we makkelijk herkennen en registreren om er vervolgens weer aan voorbij te gaan. Maar dat geldt niet voor Cindy Bakker (1989). Voor haar vormen deze industriële mono- of dichrome kleurvlakken een belangrijk uitgangspunt voor haar werk. Enerzijds wordt ze aangetrokken door de kracht van de heldere vormgeving van deze puur functionele objecten. Anderzijds is ze gefascineerd door de tegenstelling tussen het universele karakter van de alledaagse beelden en de persoonlijke ervaring die ze ermee heeft. Die relatie probeert ze in haar werk te ontrafelen.
Bakker: “Ik zie de wereld als een theater van objecten en ik beschouw mijzelf als een decorbouwer die situaties transformeert tot onhandige, humoristische decors.”
Vereenvoudiging is daarbij belangrijk. Bakker minimaliseert een beeld tot op de grens van herkenbaarheid. Zo baseerde ze The Splash (2021), een ontmoetingsplek in Rotterdam-Zuid, op het beeld van een zwembad waarbij ze duikplank, startblokken en zwembanden abstraheerde tot zitelementen die samen met het blauwe vlak met witte belijning een zwembadgevoel oproepen. Voor een tentoonstelling in de voormalige Honigfabriek maakte ze sculpturen die in kleur- en vlakverdeling associaties opriepen met de verpakkingen van het voedingsmiddelenconcern. Het werk op Prospects is gemaakt van gestreept pvc dat we kennen van marktkramen en festivaltenten. Voor Bakker is het hier ook een reusachtig schilderdoek van 5,5 bij 17,5 meter. Doordat ze er nieuwe vormen aan toevoegt transformeert ze het alledaagse tot een monumentaal kunstwerk.
Tekst: Esther Darley