Danielle Hoogendoorn (1990) wil een nieuwe realiteit creëren binnen haar werk. Een waarin alles mogelijk is, en waarin al haar onderwerpen zonder verklaring naast elkaar kunnen bestaan. Met banaliteit en humor tart zij de bestaande conventies. Dieren nemen een belangrijke plaats in binnen het werk. Zij zijn een middel om te kijken hoe ver zij kan gaan voordat de grens tussen kunst en kitsch overschreden wordt. Ze neemt ze nu serieuzer dan voorheen en plaatst ze op de troon die ze verdienen. Mythologische en sprookjesachtige figuren verliezen hun originele verhaal en dienen nu als hoofdrolspelers in haar werk. Omringd door goud, pracht en praal om ze meer dan ooit te vergoddelijken. Hoogendoorns manier van werken is impulsief en associatief en zo ook haar materiaalgebruik. Er vormt zich als het ware een collage in het hoofd, die zij vervolgens uitwerkt in het materiaal dat zij daarvoor nodig acht. Het atelier is een speeltuin en intuïtie is het belangrijkste gereedschap. Het zorgt ervoor dat het werk een ongenuanceerde reflectie wordt van haar realiteit. Op energieke, speelse en humorvolle wijze zet Hoogendoorn de ruimte naar haar hand. Zo kan een schilderij door zijn positie in de ruimte opeens een ruimtelijk werk worden, en een object er uitzien alsof deze uit een schilderij komt. Schilderkunst is een rekbaar begrip dat in de visie van Hoogendoorn soms te stijf behandeld wordt. Met deze directe benadering probeert Hoogendoorn het formele karakter van de museale witte muur op de hak te nemen. (SH)
Prospects 2018
Danielle Hoogendoorn
Year granted: 2016
Part of Prospects 2018