Voor Ingeborg Entrop naar de kunstacademie ging, rondde zij een studie natuurkunde af en werkte als natuurkundige onder andere mee aan het namaken van de zon op aarde met als doel een alternatieve energiebron te creëren. Sindsdien is zij geïnteresseerd geraakt in het nabootsende karakter van de systemen en verhalen die we sinds mensenheugenis bedenken om de ons omringende wereld te bezweren of te duiden. Die interesse in de mimesis – het nabootsen van de werkelijkheid – zet zich voort in haar werk als beeldend kunstenaar.
Waar zij als wetenschapper de natuur tegemoet trad met exacte meetinstrumenten, benadert Entrop haar omgeving als kunstenaar met geluidsgerelateerde instrumenten, met als terugkerende vraag wat het betekent om ergens te zijn. Zo werkt zij sinds 2013 aan een omvangrijk project waarvoor zij haar eigen Groningse omgeving in kaart brengt en geluidsopnames van de vier seizoenen verwerkt in een geluidscollage. Na verdieping in de landschapshistorie van het opnamegebied, via wetenschap en volksverhalen, treedt ze sinds 2016 in de voetsporen van Walfridus van Bedum, volgens een legende levend in de 10e of 11e eeuw, en een van de eerste die betrokken zou zijn bij de ontginning van het hoogveen. Om nauwkeuriger te achterhalen hoe haar omgeving tijdens de eerste ontginningen geklonken moet hebben trok Entrop naar een vergelijkbaar type landschap om daar gedurende de seizoenen hoogveenopnames te maken. Deze worden verwerkt in een serie geluidswerken waarvan Tracing Walfridus #02 (2017) is te beluisteren tijdens Prospects & Concepts. In de mini-expositie Bogtime Stories toont zij ook een eerste exemplaar van een serie boeken met textiele pagina’s die het ontginnen van hoogveen tastbaar maken (Bog Book #01) en een eerste exemplaar van een serie fotowerken over vormen van tijdsverloop in een landschap (Suur tamm #01). (MB)
Ingeborg Entrop (1970)
woont/werkt in Groningen
opleiding: Academie Minerva; Dutch Art Institute