Met zijn driedimensionale schilderijen onderzoekt Johnny Theodorus Wiekhart (1994) de verhouding tussen maker, object en toeschouwer. Het streven is de toeschouwer een nieuwe tactiele ervaring te bieden, een ervaring die afhankelijk is van het werk, de plek waar het wordt getoond en het moment. Elk onderdeel wordt door Wiekhart geanalyseerd, net zoals hij tijdens zijn opleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht zijn schilderijen begon te ontleden tot vier belangrijke elementen: het materiaal, de driedimensionaliteit van het doek, het frame of de constructie en ten slotte de muur of de drager waar het werk gepresenteerd wordt. In later werk voegt hij daar elementen aan toe als beweging, tijd en geluid. Wiekhart: “Ik zet ervaringen om in een poging om mezelf te positioneren in een constant veranderende realiteit. In deze maatschappij, waar alles mogelijk en bereikbaar is door het Internet, wordt een digitale schaduw iemands identiteit. Door dit surrealistische wonderland voel ik de onweerstaanbare drang om contact te maken met alles wat tastbaar is. Met mijn werk verweer ik mij tegen de afstandelijke houding die ik door Internet voel ten opzichte van de wereld om mij heen. Door de unieke eigenschappen van een materiaal in een abstractie te isoleren, is niet direct duidelijk hoe een werk gemaakt is. Dit lokt een actieve benaderingswijze uit, waar de toeschouwer zich door nieuwsgierigheid en ontdekkingen bewust wordt van zichzelf in relatie tot het werk.”
Bij Prospects toont Wiekhart een serie nieuwe epoxy schilderijen, glanzend als gefragmenteerde donkere spiegels waarmee hij de toeschouwer de kans wil bieden om de ruimte te herontdekken.
Prospects 2021