In haar foto’s en video’s ensceneert Karlijn Janssen (1991) tragikomische pogingen om grip te krijgen op haar omgeving. Die omgeving is schijnbaar onaangeraakt, van dichte loofbossen tot golvende duinlandschappen. De aanwezigheid van de kunstenaar lijkt een bijzaak maar is cruciaal voor het beeld. Een rode draad is de vraag hoe we samenvallen of juist loskomen uit onze omgeving. Zo wordt het beeld van een ongerept bos in de oudere video Here (2017) verstoord door een rode bal die met tussenpozen omhoog wordt gegooid. Even wordt de kunstenaar zichtbaar. Daar, waar die bal boven de bomen uitkomt, moet ze staan. De handeling markeert haar aanwezigheid en verbreekt de illusie dat ze opgaat in het bos. In de video Ice (2018) probeert ze de brokken van een ijsvlakte aan elkaar te naaien. Natuurlijk lukt dat niet: het ijs smelt onder haar handen.
Omdat het gaat over menselijk handelen in een natuurlijke omgeving lijkt Janssens werk activistisch. Dat mag je erin zien, maar het is niet haar uitgangspunt. Wanneer ze bijvoorbeeld een lolly oplost in natuurwater, zoals in de video bij Prospects, is dat louter een speelse, esthetische ingreep.
“De handelingen die ik uitvoer dienen geen doel buiten zichzelf”, zegt ze. “Het zijn doelloze pogingen om grip te krijgen op een onmogelijk verlangen.”
In de fotoserie Gotcha, ook bij Prospects te zien, lijkt dat verlangen ingewilligd: als een lasso werpt Janssen een zwembandje uit over een bomenlandschap. Hebbes! Zo lijkt het tenminste. Of onderstreept de illusie juist het onmogelijke van deze actie?
Tekst: Sara van Binsbergen