Liv Liberg (1992) was tien jaar oud toen ze begon met het fotograferen van haar vier jaar jongere zusje Britt. Het was een spel tussen zussen waarin mode, verkleden en fotograferen in elkaars verlengde lagen en waarin Liberg de regie had. Toen Liberg later naar de KABK in Den Haag ging, richtte ze zich bijna vanzelfsprekend op modefotografie. Ze werkte met modellen maar de honderden foto’s van haar zusje heeft ze altijd bewaard. De foto’s tonen de ontwikkeling van een meisje naar een jonge vrouw die zich steeds bewuster wordt van zichzelf en de buitenwereld. Liberg: “Het werk weerspiegelt hoe wij allebei opgroeien, als zussen, als kinderen, als vrouwen; hoe ik naar haar kijk en zij naar mij.” Geïnspireerd door kunstenaars als Talia Chetrit en Roni Horn, die zichzelf en familieleden van dichtbij fotograferen, en door het werk van Katharina Sieverding, die zichzelf verkleedde en steeds andere gedaantes aannam, besloot Liberg de serie weer op te pakken. Wat de foto’s, die zo’n vijftien jaar beslaan, vervreemdend maakt, is het feit dat Britt op de recente portretten nog steeds poseert in de kleding van haar ouders. Zo zijn er foto’s waarin ze als zevenjarige en als tweeëntwintigjarige hetzelfde mantelpakje draagt. “Met de kleding zelf waren we niet bezig”, zegt Liberg, “wij probeerden modefotografie na te bootsen, maar de excentrieke garderobe van mijn moeder heeft zeker invloed op het werk.” Op dit moment werkt Liberg aan een boek, een uitgave van Art Paper Editions. Het benadrukt de bijna obsessieve houding die een overdaad aan foto’s opleverde. Op Prospects toont ze een selectie van tien close-ups die de verschillende gezichten van haar zusje benadrukken.
Prospects 2021