Noor Mertens: Hoe heeft jouw werk zich het afgelopen jaar ontwikkeld?
Maarten Boswijk: In mijn eerdere werk, waarin ik vooral bepaalde geografische gebieden portretteerde, hield ik mijzelf als persoon altijd erg op afstand. In de meeste gevallen sprak ik de taal niet en de communicatie beperkte zich dikwijls tot de vraag of ik een foto van iemand mocht maken en enkele oppervlakkige vragen. Ik fotografeerde binnen een overkoepelend thema, waarbij ik meerdere mensen vastlegde. Ik had op den duur het gevoel dat ik nooit echt dicht bij mijn onderwerp kwam, ik bleef altijd een buitenstaander. Daar was ik me ook bewust van en dat gegeven vond ik in eerste instantie erg interessant. Wat kan je als buitenstaander over een gemeenschap of plek vertellen? Maar op een gegeven moment merkte ik dat ik vooral achteraf weinig met het onderwerp en de mensen had.
Noor Mertens: Hoe heb je die overgang gemaakt?
Maarten Boswijk: Twee jaar geleden leerde ik mijn toenmalige vriendin kennen en begon ik haar veel te fotograferen. Het verschil tussen de portretten van haar en mijn oudere werk was groot. Ik realiseerde me na een tijdje dat ik het nut niet meer inzag van het fotograferen van een persoon die ik niet echt kende. Die houding probeer ik in mijn nieuwe werk aan te houden. Ook probeer ik minder analytisch te denken tijdens het fotograferen, ik houd me daar liever in een later stadium mee bezig.
Fragment uit Prospects & Concepts 2016, een uitgave van het Mondriaan Fonds. Interview: Noor Mertens.
Maarten Boswijk (1988, Rotterdam) woont en werkt in Utrecht.