Noor Mertens: Hoe verklaar je de stap van je oude werk naar je huidige werk?
Maurits Koster: Ik vroeg me op den duur af: wat wil ik met al dat geworstel met het ‘kunstinstituut’? Waar verzet ik mijzelf tegen, wat is de relevantie van mijn werk? Voor mij was op den duur niet meer zo duidelijk waarom het interessant is om elke keer het spel van institutionele kritiek en reflectie te spelen. Het bevragen van de tentoonstellingscontext op de manier waarop ik dat deed, voelde als een vorm van licht verzet. Bijna puberaal. Daarnaast is institutionele kritiek deel geworden van de economie van de kunstwereld. Kunstinstellingen bestaan bij de gratie van kunstenaars die hen bevragen. Wat in mijn werk relevant is gebleven, is het idee van het tot stand komen van identiteit en de rol die instituties innemen bij de productie van culturele identiteit en collectieve geschiedenissen. Daarnaast vind ik het interessant hoe gebruiken en objecten toegeëigend worden binnen een bepaalde cultuur. Het is een activiteit die van levensbelang is omdat die maakt dat de dagelijkse realiteit een bepaalde waarde krijgt. Dit komt bijvoorbeeld naar voren in het werk dat ik in 2013 samen met Kasper Jacobs heb gemaakt. In de voormalige DDR heeft men een hele sterke traditie van indianistische cultuur. Rollenspellen rond Indianisme zijn daar heel populair en worden zeer serieus genomen. In de DDR werden veel films gemaakt over indianen als helden, in tegenstelling tot de klassieke Western in het westen. Het werk getiteld Teepee des 21.Jahrhunderts onderzoekt hoe indianisten zich verhouden tot Native American culture. Deze vorm van identificatie met tradities en objecten is voor de indianisten zo belangrijk dat je je kunt afvragen wie aanspraak kan maken op cultureel erfgoed en wie zich bepaalde culturele tradities toe mag eigenen. In de film wordt deze ‘grassroots’ beweging in beeld gebracht door interviews met een aantal Duitse indianisten waarin gesproken wordt over de filmgeschiedenis en over voor hen relevante sociale kwesties.
Noor Mertens: Hoe houdt het werk dat je toont tijdens Prospects & Concepts met je vorige werken verband?
Maurits Koster: Het werk dat ik op Prospects & Concepts laat zien, bestaat uit een tweeluik. Beide films gaan juist over de grenzen van identificatie met een eigen verleden. Het werk gaat in op de onmogelijkheid om een familiegeschiedenis te duiden zonder surrogaat herinneringen en mentale protheses. Beide films leunen sterk op een beeldtaal die ontleend is aan Hollywood en andere toegankelijke mediarepresentaties. Waar Teepee des 21.Jahrhunderts gaat over de realiteit van de geleende culturele geschiedenis, gaat deze presentatie over de rol van fictie bij het doorgronden van een persoonlijk koloniaal verleden.
Fragment uit Prospects & Concepts 2016, een uitgave van het Mondriaan Fonds. Interview: Noor Mertens.
Maurits Koster (1987, Zaanstad) woont en werkt in Zaandam.