Hoewel haar werk een resolute materialiteit uitstraalt in een stevige vorm, is haar benadering van de wereld poëtisch en erg speculatief. Steef Crombach (1992) bevraagt de status van objecten en situaties. In haar werk gaat ze met deze concrete manifestaties om door er een bijna identieke tweede laag aan toe te voegen. Op deze manier probeert ze de ankerpunten in onze perceptie los te schroeven.
De constante worsteling om het dagelijkse in haar omgeving vast te grijpen vormt de basis van Crombachs onderzoek voor haar werk. Zelf zegt ze daarover: “Ik heb moeite met het navigeren in mijn omgeving. Dit komt doordat ik dingen niet automatisch opsla, categoriseer en als automatisme verwerk. Ik weet niet waar ik meer aandacht aan moet besteden en waar minder, zo kan ik me blindstaren op het patroon van een vloer.” Door het eindresultaat van haar worsteling te tonen probeert Crombach de toeschouwer te laten zien wat er aan de hand is, welke aspecten in onze hedendaagse tijd deel zullen worden van ons collectieve geheugen. Deze manier van kijken naar het heden is tevens de reden dat Crombach graag werkt met Batik, een techniek die geïntegreerd is in de Nederlandse cultuur maar niet per se in de hedendaagse beeldende kunst. Door deze techniek uit te lichten en aandacht te besteden aan de bijzondere kwaliteiten ervan, zoals het feit dat de patronen dubbelzijdig zichtbaar zijn, hoopt ze hem uit de vergetelheid te halen voordat hij volledig uit onze directe omgeving verdwijnt. (SH)