Tom van Veen (1995) maakt kunst over collectiviteit en verbondenheid. Dit doet hij door bijvoorbeeld hedendaagse iconen te schilderen. Herkenbare figuren die bestaan bij de gratie van een gemeenschappelijk referentiekader. De kunstenaar verbeeldt iconen geïsoleerd van de context waaruit ze zijn onttrokken, als monumenten van het leven zelf. Op deze manier wil Van Veen de aannames die over herkenbare figuren en iconen bestaan uitdagen. Daarbij refereren zijn olieverfschilderijen zowel naar de oude meesters als naar universele thema’s uit de jeugdcultuur.
Collectiviteit heeft voor Van Veen een dubbele betekenis. Het menselijk collectief kan een verpletterende reus zijn met een grote voetafdruk op de wereld, maar tegelijkertijd ook functioneren als een zorgzame gemeenschap “waar iedereen geliefd is en geliefd wordt”, aldus Van Veen. In hedendaagse iconen ziet de kunstenaar juist die positieve gemeenschapszin terug, als symbolen van verbondenheid.
Regelmatig schildert Van Veen in een diep blauwgrijs om aan te geven dat het werk een herinnering verbeeldt. Een geschiedenis die doorwerkt naar het heden. Herinneringen bepalen hoe we onszelf zien en daar klampen we ons, net als aan iconen, aan vast om richting te vinden.
Tekst: Milo Vermeire