In haar fotoseries richt Zindzi Zwietering (1992) de aandacht op objecten, maar op de achtergrond speelt de mens een duidelijke rol. De objecten zijn stille getuigen van klimaatverandering en de moeizame relatie tussen mens en aarde. In haar werk onderzoekt de kunstenaar vanuit verschillende narratieven hoe wij ons als mens verhouden tot de drastisch geologisch veranderende wereld om ons heen. Zo trok Zwietering voor haar vroegste project Bron (2018) naar Kaapstad (Zuid-Afrika) op het moment dat daar ‘Day Zero’ was aangekondigd, de dag waarop in de stad geen water meer uit de kraan zou komen. Het project volgt deze periode van droogte, we zien dode bomen, lege zwembaden en door bewoners aangelegde watervoorraden. Binnenkort verschijnt de serie in boekvorm.
Bij Prospects presenteert zij haar laatste project Vlucht, gebaseerd op interviews met zogenaamde ‘klimaatpreppers’, mensen die zich voorbereiden om tijdens een noodsituatie te kunnen overleven. Zwietering richt zich specifiek op Nederlanders die voorbereid zijn op hun vlucht voor een klimaatramp. De preppers zelf komen niet in beeld, maar de objecten die zij verzamelen wel. Ze werd geraakt door de tederheid waarmee deze mensen praten over dat wat hen zal helpen te overleven. Het verzamelen is een ritueel geworden en de objecten geven hoop en kracht. Paradoxaal is wel dat de angst voor een naderende ramp die wordt veroorzaakt door het kapitalisme, bezworen wordt met producten die uit hetzelfde systeem voortkomen. Zwietering presenteert de objecten in Vanitas stillevens en refereert daarmee aan de symboliek van vergankelijkheid.
Tekst: Mirjam Beerman