Enquête Bijdrage Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar

Het Mondriaan Fonds zet onder meer enquêtes in om het maatschappelijke effect van zijn bijdragen te achterhalen en beter zicht te krijgen op de resultaten.

Eind 2017 kregen 192 ontvangers van een Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar en de Bijdrage Praktijkverdieping* in de periode 2013-2016 een uitnodiging deel te nemen aan een enquête. De aanvragers ontvingen een vragenlijst met zeventien meerkeuzevragen en twee open vragen. Er werden 109 enquêtes ingevuld, een respons van ruim 56 procent (90 kunstenaars en 19 bemiddelaars). Hier volgen de belangrijkste resultaten.

Uitgangspunt
Missie van het Mondriaan Fonds is het bevorderen van de ontwikkeling en de zichtbaarheid van een veerkrachtige, vernieuwende en verrijkende sector van beeldende kunst en van cultureel erfgoed. Dit wil het fonds realiseren door het stimuleren van de productie en de presentatie van relevante kunst en erfgoed uit Nederland in binnen- en buitenland op die plekken waar de markt dit (nog) niet doet.
Dit doet het fonds onder meer door het stimuleren van talent middels de Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar.

Wie kan aanvragen?
De Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar kan worden aangevraagd door beeldend kunstenaars en bemiddelaars op het gebied van beeldende kunst en/of cultureel erfgoed. In de periode 2013-2016 werd in totaal een bedrag van ruim 7.5 miljoen euro toegekend aan 441 aanvragen.

Waarvoor is aangevraagd?
De bijdrage is bestemd voor een in tijd begrensd plan, zoals een concreet plan voor nieuw werk, reis of werkperiode in binnen- of buitenland. Ook kan worden bijgedragen aan een onderzoeksperiode, een samenwerking tussen een mid-career kunstenaar en jonge kunstenaar of een stage of leerperiode bij een gerenommeerde kunstenaar, culturele instelling of bedrijf. Verreweg de meeste respondenten hebben de bijdrage ingezet voor het maken van nieuw werk (89) of het doen van (voor)onderzoek (62), en in mindere mate voor een werkperiode of residency in het buitenland (36), een reis- of werkperiode in het binnenland (18) of het schrijven van een artikel (18).

Resultaten van de bijdragen?
De concrete resultaten van de bijdragen zijn dat de artistieke ontwikkeling is gestimuleerd, het cultureel ondernemerschap is ontwikkeld en de zichtbaarheid is toegenomen.

Uit de enquête blijkt dat bijna alle respondenten de bijdrage van groot belang achten voor hun artistieke-inhoudelijke ontwikkeling; 79 procent meent zelfs dat de bijdrage cruciaal was. Tachtig procent geeft aan dat de technisch-ambachtelijke ontwikkeling een belangrijke impuls kreeg.

De bijdrage draagt bij aan het ontwikkelen van het cultureel ondernemerschap. Bijna alle respondenten geven dan ook aan dat de bijdrage heeft geholpen bij het vergroten van het professionele netwerk. Zeventig procent meent dat de bijdrage van belang was voor de zakelijk-commerciële ontwikkeling. Voor 84 respondenten speelde de bijdrage een belangrijke rol bij de verwerving van aanvullende financiële middelen. Verder geeft 94 procent aan dat de bijdrage belangrijk was voor het aangaan van nieuwe projecten; 58 procent meent dat de bijdrage hiervoor zelfs cruciaal was.

Op het vlak van zichtbaarheid geeft 83 procent aan duidelijk impact te hebben geconstateerd op de eigen online zichtbaarheid. 69 procent meent dat de bijdrage ook heeft geleid tot betere zichtbaarheid in de papieren media. De respondenten achten de bijdrage van wezenlijk belang voor het bereiken van het beoogde nationale (73 procent) of internationale publiek (80 procent). Daarbij geven bijna alle respondenten aan dat de bijdrage heeft geleid tot een tentoonstelling of publicatie.

Welk maatschappelijk effect is dankzij deze bijdragemogelijkheid opgetreden?
De bijdrage wil talentontwikkeling stimuleren door beeldend kunstenaars en bemiddelaars de mogelijkheid te geven een artistiek of inhoudelijk plan te realiseren dat van belang is voor de kwaliteit en de zichtbaarheid van de hedendaagse beeldende kunst en/of cultureel erfgoed in Nederland.
Uit de enquête blijkt het effect op de zichtbaarheid en langdurige samenwerking in het circuit van presentatie-instellingen en kunstinitiatieven groot: liefst 83 procent meent dat de bijdrage daarbij heeft geholpen. Het effect op de zichtbaarheid binnen of samenwerking met een museale instelling heeft volgens 54 procent van de aanvragers dankzij deze bijdrage plaatsgevonden. De bijdrage heeft verder voor 32 procent van de respondenten geleid tot samenwerking met een maatschappelijke partner en 15 procent meent dat de bijdrage heeft geleid tot nieuwe samenwerking met een of meer galeries. Bijna alle respondenten geven aan dat de bijdrage een belangrijke vorm van professionele erkenning betekende en 85 aanvragers zien het als een belangrijke maatschappelijke erkenning.

Daarbij moet worden opgemerkt dat de effecten van de bijdrage vaak niet onmiddellijk meetbaar zijn.

N.B.: Vanaf 2017 kunnen kunstenaars en bemiddelaars voor al hun plannen die in tijd begrensd zijn terecht bij één bijdragemogelijkheid: de Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar. Reden om de voormalige Bijdrage Praktijkverdieping in deze bijdrage op te nemen is dat het verschil voor aanvragers niet altijd even duidelijk was. De enquête is uitgevoerd onder zowel de ontvangers van de Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar als de Bijdrage Praktijkverdieping.