De schilderijen van Bart Kok (1985) lijken wel staalkaarten aan schilderkunstige mogelijkheden. Op talloze manieren brengt hij de kleurrijke verf op het doek: slordig smerend en keurig stippelend, in dikke kwaststreken of schrale banen, soms in klodders recht uit de tube, dan weer in tekenachtige lijnen. Maar ondanks die variatie zijn de schilderijen volledig in balans. Dat komt doordat Kok, op een uiterst virtuoze manier, de voorstelling laat concurreren met de verf die vaak een eigen leven lijkt te leiden. Elke laag eist zijn eigen aandacht op.
Tegelijkertijd kent Kok zijn klassiekers. Hij verwijst bewust en op een humoristische manier naar kunsthistorische stromingen en motieven, citeert verschillende stijlen zoals de ‘nieuwe figuratie’ en refereert – niet zonder zelfspot – aan romantische ideeën over het kunstenaarschap. Ook maakt hij soms zijn eigen versie van bestaande werken zoals Hello Vincent (2018) naar het portret dat Van Gogh maakte van Dr. Cachet.
Behalve deze kunsthistorische verwijzingen verhoudt Kok zich met zijn werk ook tot de hedendaagse digitale beeldcultuur. Door zijn werken te fotograferen en digitaal te bewerken, onderzoekt hij dingen zoals contrast, verzadiging en saturatie. Deze bevindingen vormen weer de basis voor nieuw werk. Kok beschouwt het schilderen als een traag proces. “For me painting doesn’t stop at the work itself. The term ‘painting’ can stand for a way of living. It’s how I try to conduct myself within my studio, embracing the romance of it with full awareness of its irony, closer to philosophy than to everyday-life.”
Tekst: Esther Darley