De installaties van Bernardus Baldus (1971) zijn abstracties van non-plaatsen zoals luchthavens, hotelkamers, metrostations, snelwegen en kantoorgebouwen. Universele plaatsen zonder echte sociaal-maatschappelijke en/of architecturale identiteit, die nooit de status van een echte, volwaardig ‘bemenselijkte’ plaats zullen bereiken. Door hun gebrek aan authenticiteit roepen ze uiteenlopende gevoelens op, van unheimisch, nostalgie en onthechting tot een verlangen naar exotisme, escapisme en vrijheid. Baldus zoomt in op de uiterlijke stijlkenmerken van zulke plaatsen, en ironiseert en analyseert hun universele en letterlijk ‘stijl-loze’ karakter. Want, aldus Baldus, wie in zijn zoektocht naar identiteit zichzelf herkent in een extreme vorm van ‘bedrijfsbranding’ raakt zijn eigenheid juist kwijt. In strakke, koele en afstandelijke installaties probeert hij dan ook om een vals en onpersoonlijk karakter te benadrukken.
Dat is ook te zien aan het werk op Prospects & Concepts waarvoor hij zich liet inspireren door de bedrijfsfilosofie van de investeringsmaatschappij van de Zwitsers Braziliaanse selfmade man Jorge Paolo Lehman. Volgens Baldus is diens filosofie ‘gelijke kansen voor iedereen’ (een zg. meritocratie) een vorm van branding waarachter een kille saneerder schuil gaat. Op een podium van kunstgras – Lehman speelde ooit op Wimbledon – bouwde hij een symbolische triomfpoort. Aan de zuilen van prijsbekers – of zijn het de beloningen van de werknemer van de maand? – hangen lamellen. Het typische kantoorwit is vervangen door een goedkope marmerprint. ‘Gelijke kansen voor iedereen’ wil Baldus maar zeggen, is uiteindelijk slechts bedoelt als een plastic decor voor winstmaximalisatie.
Tekst: Esther Darley