Het werk van Dorine van Meel neemt in het algemeen de vorm aan van grootschalige, ruimtelijke video-installaties, waarin zij projecties van abstracte, computer-geanimeerde beelden combineert met zelfgeschreven tekstfragmenten en repetitieve composities van elektronisch geproduceerde geluiden. Een centraal thema dat ze in haar werk onderzoekt is onze veranderende relatie tot het digitale beeld. Wat zijn de consequenties van het feit dat onze ervaring in toenemende wijze wordt gemedieerd? Hoe verandert onze tijdservaring door de steeds snellere toestroom van data die ons op elk moment van de dag bereikt? Hoe verhoudt deze constante stimulering van de zintuigen zich tot ons wel degelijk begrensde en eindige, biologische lichaam? Of in de woorden van kunstenaar Hito Steyerl: ‘How to be immersed without drowning?’ Het is deze spanning tussen digitale en menselijke ritmes die Van Meel probeert te vangen in haar werk.
In ‘Disobedient Children’ (2015) onderzoekt zij hoe identiteiten op verschillende wijzen tot stand kunnen komen en hoe je nog politiek kunt zijn in een steeds neo-liberaler wordende samenleving. Door de inzet van intieme, dagboekachtige analyses van persoonlijke observaties, gemixt met reflecties op twitterberichten, nieuwsitems en muziekvideo’s, legt het werk actuele machtsstructuren bloot, terwijl het tegelijkertijd mogelijke vormen van verzet in beeld brengt. De beeldtaal van het werk – de atmosfeer, de 3D-gegenereerde post-apocalyptische landschappen, het gebruik van digitale ‘ruis’ en technologisch geproduceerde moiré patronen – laat zich opvatten als een metafoor van een onbekende toekomst, iets dat we nog niet kunnen zien, maar waarvan wel al de contouren zijn te onderscheiden. (SH)
Dorine van Meel (1984)
woont/werkt tussen Berlijn en Amsterdam
opleiding: Gerrit Rietveld Academie; Goldsmiths College, Londen