Na een studie architectuur besefte Felipe van Laar (1988) dat hij gebouwen eigenlijk interessanter vindt wanneer deze nog niet af zijn. Juist in de fase waarin alles in de steigers staat en het gebouw zelf niet veel meer is dan een belofte, herkent Van Laar een zekere kwetsbaarheid en schoonheid. In de onaffe staat kun je volgens hem duidelijker de hand van de maker terugzien en de gemaakte keuzes en twijfels.
Architectuur kun je volgens Van Laar zien als een zoektocht naar identiteit en in de totstandkoming daarvan kan de uitkomst nog alle kanten op. “Er wordt nog niet maar één waarheid gepresenteerd”, vertelt hij. Bouwsteigers zijn daarbij niet enkel praktisch, maar functioneren als een theaterdoek waarachter alle gebouwen er min of meer hetzelfde uitzien, totdat ze opgeleverd worden. Tussen het leggen van de eerste steen en de oplevering vindt een omslag plaats, waarin de losse materialen in architectuur veranderen. Dit kantelpunt fascineert de kunstenaar.
Van Laar vertaalt zijn voorliefde voor de kwetsbare kant van architectuur naar levensgrote installaties gemaakt met grove bouwmaterialen als hout, gips, en steigerdoek. Op Prospects toont hij een site-specifieke uitvoering van het werk Nomadic Folly (2022), een houten bouwwerk dat zowel een vorm van beschutting is, als een tijdelijke steigerconstructie. Vanuit zijn ervaring als meubelmaker legt Van Laar de aandacht op het materiaal zelf en de constructieve verbindingen. Zo wil hij de schoonheid van de afzonderlijke elementen tonen en laten zien hoe architectuur de zoektocht naar identiteit tastbaar maakt, zelfs als het uit minimale elementen bestaat.
Tekst: Milo Vermeire