Zolang ze zich kan herinneren, houdt Fiona Lutjenhuis (1991) van het vertellen van verhalen. Ze fantaseerde over ufo’s, het heelal en bovennatuurlijke krachten, ideeën die voortkwamen uit het heilige geloof van haar ouders in reïncarnatie, telepathie, buitenaards leven en de stellige overtuiging dat de wereld elk moment kon vergaan. “Als kind geloofde ik hierin net zo zeer als dat maandag school weer begon en snapte niet waarom mensen deden alsof er niets aan de hand was.” Via stripverhalen vond Lutjenhuis al snel een manier om haar eigen realiteit te bepalen. Als kunstenaar heeft ze dat medium weer opgepakt en brengt ze, in een zoektocht naar de waarheid, fantasie en werkelijkheid bij elkaar.
Daarbij laat ze zich voornamelijk inspireren door de verhalen en de tekenstijl van Japanse en Koreaanse manga’s zoals Junji Ito’s horrormanga Uzumaki (Voices in the dark ).
In haar nieuwe kleurrijke graphic novel, HET GOUDEN UUR, kruip je als lezer in het hoofd van de aan straatvrees lijdende barman Jean. Hij komt zijn café niet uit en leert de wereld enkel kennen via de verhalen van nuchtere en dronken gasten aan zijn toog. Hij ziet geesten en verschijningen die er niet zijn en hij kan werkelijkheid en hallucinatie niet meer uit elkaar houden. Lutjenhuis maakte het verhaal met ideeën die ze van thuis meekreeg. Verhalen over de reis na de dood, over god en het universum, over het lot en toeval, over karma en verbinding tussen mensen. “In deze science fiction strip probeer ik het geloof van mijn ouders als fictie tot leven te wekken.”
Tekst: Esther Darley