De scherf-sculpturen van Franziska Schulz (1985) bestaan uit gebroken objecten en serviesgoed, aan elkaar gelijmd zodat figuratieve samenstellingen ontstaan. Opnieuw met elkaar verbonden, transformeren de scherven tot lichaamsdelen. Franziska wil visualiseren wat na een heftige gebeurtenis achterblijft – zowel fysiek als mentaal – door de resten met elkaar te verbinden. Sommige scherven zijn bedekt met was. Die wassen coating houdt de scherven in een “metaforische coma”: ze zijn ontdaan van hun scherpe en puntige randen waardoor ze draaglijk, zacht en onschadelijk zijn gemaakt, onmachtig nog meer “schade te berokkenen”. Franziska: “One shard is never alone and carries a piece of information, full of potential waiting for connection: here the repetitional act of shard by shard wants to give awareness, recognition and enlightenment. A coming-to-terms with the pain of having a body and its burden of being oneself. It seems as if they could become a self-help movement. A reinvention. ”
Franziska is geïnteresseerd in diepe conflicten, in de gevolgen hiervan voor relaties en in hoe je deze processen kan waarnemen en verwerken. Ze wordt geïnspireerd door literatuur van psychoanalytici als Alice Miller en door de kunstenaar Dorothea Tanning. Mede door haar experimentele materiaal – vaak van huishoudelijke objecten – weet ze hier een lichtvoetige draai aan te geven. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de “egg paintings”: foto’s van composities die ze maakt met hardgekookte eieren. “This series of egg paintings is a work of my own obsession and relating to female desire for freedom and self-determination.” De foto’s worden omkaderd door betonnen lijsten in de vorm van lippen, als versteende monden die het verhaal van een niet-ontloken liefde bewaren.