Naast het uiteindelijke kunstwerk, komen uit een creatief proces ook allerlei andere dingen voort, zoals materiaalresten, mislukkingen en try-outs. Artistiek afval, zo noemt Kateryna Snizhko (1984) die resten. Zij gooit ze niet weg, maar stelt ze in haar werk juist centraal. Haar kunstpraktijk omschrijft ze als een doorlopend onderzoek, waarbij kunstwerken geen affe producten zijn, maar tussentijdse resultaten.
Debris, het onderzoek waarvan Snizhko bij Prospects een gedeelte presenteert, gaat specifiek over materiële resten die overblijven bij het afdrukken van beelden. Het idee voor Debris ontstond toen Snizhko werkte bij een grafische werkplaats.
“Ik raakte gefascineerd door de testafdrukken, waarbij mensen vaak beelden over andere beelden afdrukken”, zegt ze. “De stapelingen die dat opleverde vond ik interessant. Net als het idee dat deze beelden belangrijke onderdelen van het artistieke proces zijn, en toch als mislukt worden gezien.”
Bij Prospects transformeerde Snizhko de resten tot nieuwe beelden, tegelijkertijd zijn het ook sporen van creatieve arbeid: van keuzes die zijn gemaakt en het werk van de kunstenaar.
“In een museum of op een kunstbeurs als Art Rotterdam zie je altijd alleen maar de keurig bijgesneden en ingelijste producten”, zegt Snizhko. “Het maakproces zelf is weggepoetst, terwijl dat voor mij zoveel belangrijker is dan het resultaat.”
Wat is een beeld? Welke processen gaan er schuil achter het maken van een beeld? En wanneer noem je iets dat uit het creatieve proces voortkomt een kunstwerk? Dit soort vragen stelt Snizhko met Debris. Het project vervaagt de grenzen tussen het creatieve proces en het eindresultaat.
Tekst: Sara van Binsbergen