Marlies Lageweg (1966) onderzoekt hoe denkpatronen ontstaan die bepalend zijn voor de manier waarop we de werkelijkheid analyseren en beschrijven. Daarvoor werkt ze onder meer samen met wetenschappers, natuurhistorische musea en andere instellingen die historische kennis overdragen. Ze is vooral geïnteresseerd in (wetenschappelijke) archieven. Die spelen namelijk een belangrijke rol in hoe, en wat we ons herinneren. Wat representeren die data en verzamelingen? Wat was belangrijk om te bewaren en waarom? Die archieven vormen voor haar een bron voor nieuwe verhalen. Voor het ongoing project SPECIMENS concentreerde Lageweg zich op het ‘economisch planten- en zadenarchief’ van Naturalis, een soort ‘materialenbibliotheek van de koloniale geschiedenis’, bijeengebracht door Nederlandse onderzoekers die hielpen met het ontsluiten van de koloniën. Het archief is volgens haar een voorbeeld van een verschuiving die plaatsvindt: “Van denken in termen van ontdekkingsreizen, zeehelden, wereldrijk, ‘Nederlandse handelsgeest’ en economische belangen, naar imperialisme als onderdeel van een mondiaal kapitalistisch systeem dat de grootschalige uitbuiting van mensen, dieren, planten en grondstoffen tot gevolg heeft gehad.”
Door zaden en planten uit het archief te ontdoen van hun economische label en ze in een nieuwe context te plaatsen verbeeldt ze met het project SPECIMENS verborgen geschiedenisverhalen. Een voorbeeld is een groep werken rondom de rijstkorrel Blaka Alesi die Lageweg ontkiemde en opkweekte. Het vestigt de aandacht op de geschiedenis van West-Afrikaanse vrouwen die op slavenschepen naar Zuid-Amerika de rijst in hun haar vlochten en zo, op hun vlucht van de plantages naar het binnenland van Suriname hun eigen geschiedenis met zich meedroegen. Hiermee en met andere verhalen die zijn verbonden aan zaden en planten openbaart Lageweg met SPECIMENS op een nieuwe manier de geschiedenis die in het archief ligt opgeslagen.
Met dank aan: Prof.dr. Tinde van Andel, René Gerritsen en Corine Aalvanger
Tekst: Esther Darley