Nancy de Graaf (1989) maakt schilderijen met composities waarin ze de meest uiteenlopende onderwerpen met elkaar verbindt. Dat kunnen figuratieve elementen zijn, een stoel, een mens, een hond, maar ook abstracte vlakken en patronen. Zo kan een hond tegelijk onderdeel uitmaken van een patroon en een tafelblad overvloeien in een abstract vlak. Ze laat vlakken als collages overlappen, wisselt tekenen af met schilderen, creëert doorkijkjes en gebruikt afwisselend verschillende patronen en transparante verf waardoor je door de verschillende lagen heen de diepte in kijkt.
Ze laat zich onder andere inspireren door het figuratieve werk van de Zweedse schilder Karin Mamma Andersson en de Engelse kunstenaar David Hockney, die figuratie ook als abstracte vorm in hun composities gebruiken.
“Voor mij is het schilderij niet het stilstaande platte vlak; het is een interactie. Maar niet zo één die door een ieder kan worden opgepikt. Als geluiden op een bepaalde frequentie.”, aldus De Graaf.
Tekst: Esther Darley