Wat betekent thuis? Niek Peters (1989) begon het zich steeds vaker af te vragen tijdens zijn lange zoektocht naar een nieuwe woning in Amsterdam. Het zoeken en voortdurend verhuizen en het verlangen naar een vaste plek werden gaandeweg het onderwerp van een nieuwe serie werken. Tombe (2019) is daarvan een onderdeel. Peters: “Het gevoel van een ‘thuis’ riep veel verschillende associaties op. Aan de ene kant die van een veilige, eigen plek. Maar ook een plek waarin je je kan afkeren van de vijandige buitenwereld, waarin je jezelf als het ware begraaft.” Die dubbele gevoelens keren in Tombe terug. Het is een bunkerachtige schuilkelder – waarbij de strak geordende bakstenen doen denken aan een huis uit een kindertekening, met als schoorsteen een veel te grote rioleringsbuis. Hij oogt als een soort uitschuifbare telescoop van een onderzeeër – ook zo’n geheimzinnige schuilplek – en lijkt een wanhopige poging om verbinding te zoeken met de omringende wereld. Dat komt niet alleen door de schaal van het ding maar vooral door de vertaling naar het kwetsbare keramiek. Duidelijk ‘handgekleid’ en voorzien van een rozige glazuurlaag krijgt die iets koddigs, als in een stripverhaal. Dat geldt ook voor het keramische hemd en andere ‘huiselijke’ objecten die in de transformatie van werkelijkheid naar keramiek iets onbeholpens krijgen, iets waaraan de worsteling met het materiaal is af te lezen. Samen vormen ze een nieuwe ontwapenende wereld waarin een spanning wordt opgeroepen tussen ideaal en werkelijkheid en Peters met humor vragen oproept over de manier waarop we naar dingen kijken.
Tekst: Esther Darley